Deuteronomium 25:5

SVWanneer broeders samenwonen, en een van hen sterft, en geen zoon heeft, zo zal de vrouw des verstorvenen aan geen vreemden man daarbuiten geworden; haar mans broeder zal tot haar ingaan en nemen haar zich ter vrouw, en doen haar den plicht van eens mans broeder.
WLCכִּֽי־יֵשְׁב֨וּ אַחִ֜ים יַחְדָּ֗ו וּמֵ֨ת אַחַ֤ד מֵהֶם֙ וּבֵ֣ן אֵֽין־לֹ֔ו לֹֽא־תִהְיֶ֧ה אֵֽשֶׁת־הַמֵּ֛ת הַח֖וּצָה לְאִ֣ישׁ זָ֑ר יְבָמָהּ֙ יָבֹ֣א עָלֶ֔יהָ וּלְקָחָ֥הּ לֹ֛ו לְאִשָּׁ֖ה וְיִבְּמָֽהּ׃
Trans.kî-yēšəḇû ’aḥîm yaḥədāw ûmēṯ ’aḥaḏ mēhem ûḇēn ’ên-lwō lō’-ṯihəyeh ’ēšeṯ-hammēṯ haḥûṣâ lə’îš zār yəḇāmāh yāḇō’ ‘āleyhā ûləqāḥāh lwō lə’iššâ wəyibəmāh:

Algemeen

Zie ook: Leviraatshuwelijk
Mattheus 22:24, Markus 12:19, Lukas 20:28

Aantekeningen

Wanneer broeders samenwonen, en een van hen sterft, en geen zoon heeft, zo zal de vrouw des verstorvenen aan geen vreemden man daarbuiten geworden; haar mans broeder zal tot haar ingaan en nemen haar zich ter vrouw, en doen haar den plicht van eens mans broeder.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כִּֽי־

Wanneer

יֵשְׁב֨וּ

wonen

אַחִ֜ים

broeders

יַחְדָּ֗ו

samen

וּ

en

מֵ֨ת

van hen sterft

אַחַ֤ד

een

מֵ

-

הֶם֙

-

וּ

-

בֵ֣ן

en geen zoon

אֵֽין־

-

ל֔

-

וֹ

-

לֹֽא־

-

תִהְיֶ֧ה

-

אֵֽשֶׁת־

heeft, zo zal de vrouw

הַ

-

מֵּ֛ת

des verstorvenen

הַ

-

ח֖וּצָה

daarbuiten

לְ

-

אִ֣ישׁ

man

זָ֑ר

aan geen vreemden

יְבָמָהּ֙

geworden; haar mans broeder

יָבֹ֣א

zal tot haar ingaan

עָלֶ֔יהָ

-

וּ

-

לְקָחָ֥הּ

en nemen

ל֛

-

וֹ

-

לְ

-

אִשָּׁ֖ה

haar zich ter vrouwe

וְ

-

יִבְּמָֽהּ

en doen haar den plicht van eens mans broeder


Wanneer broeders samenwonen, en een van hen sterft, en geen zoon heeft, zo zal de vrouw des verstorvenen aan geen vreemden man daarbuiten geworden; haar mans broeder zal tot haar ingaan en nemen haar zich ter vrouw, en doen haar den plicht van eens mans broeder.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!